|
Europese richtlijn energieprestaties gebouwen een feit
In december 2002 is de Europese richtlijn voor energieprestaties in gebouwen (EPD, 2002/91/EG) aangenomen, met daarin:
- het algemeen kader voor een methode voor de berekening van de geïntegreerde energieprestatie van gebouwen;
- de toepassing van minimumeisen voor de energieprestatie van nieuwe gebouwen,
- de toepassing van minimumeisen voor de energieprestatie van bestaande grote gebouwen die een ingrijpende renovatie ondergaan;
- de energiecertificering van gebouwen, en
- de regelmatige keuring van c.v.-ketels en airconditioningsystemen in gebouwen en een eenmalige totale keuring van verwarmingsinstallaties waarvan de ketel ouder is dan vijftien jaar.
Duurzame opties
Voor nieuwe gebouwen met een bruikbaar vloeroppervlak van meer dan 1.000 m2 moet de technische, milieutechnische en economische haalbaarheid van alternatieve systemen worden nagegaan, alvorens met de bouw wordt begonnen. Denk daarbij aan gedecentraliseerde systemen voor energievoorziening gebaseerd op hernieuwbare energiebronnen, WKK, stads-/blokverwarming of -koeling en warmtepompen.
Ook bestaande bouw
De minimum-eisen voor de energieprestatie gelden niet alleen voor nieuwe gebouwen, maar ook voor bestaande gebouwen met een totaal bruikbaar vloeroppervlak van meer dan 1000 m2, die een ingrijpende renovatie ondergaan. Ingrijpend wil zeggen dat de totale geplande renovatiekosten meer dan 25 procent van de waarde van het gebouw (exclusief grond) bedragen.
Certificaat
Bij bouw, verkoop of verhuur dient de eigenaar een energiepresatiecertificaat te verstrekken. Het certificaat, dat maximaal tien jaar oud mag zijn, geeft inzicht in de energetische toestand van betreffend object, inclusief aanbevelingen voor verbeteringen. In openbare gebouwen vanaf 1.000 m2 moet dit certificaat op een opvallende plaats worden aangebracht.
Uitzonderingen
Lidstaten kunnen besluiten een aantal categorieën gebouwen buiten de sfeer van deze richtlijn te houden. Het betreft:
- officieel beschermde gebouwen en monumenten;
- gebouwen die worden gebruikt voor erediensten en religieuze activiteiten (zoals kerken en moskeeën);
- tijdelijke gebouwen die in principe niet langer dan twee jaar gebruikt worden, industriepanden, werkplaatsen en sommige niet voor bewoning bestemde gebouwen van landbouwbedrijven;
- woongebouwen die in principe minder dan vier maanden per jaar gebruikt worden (zoals recreatiewoningen);
- alleenstaande gebouwen met een totaal bruikbaar vloeroppervlak van minder dan 50 m2.
Deadline 2006
Voor 4 januari 2006 zijn de lidstaten van de EU, zoals Nederland, verplicht hun nationale wetgeving aan te passen aan de eisen in deze nieuwe richtlijn. Met de EPN (nieuwbouw) als berekeningsmethodiek en instrument voor het stellen van minimum-eisen loopt Nederland mooi in de pas met Europa. Dit instrument behoeft wellicht weinig of geen aanpassing. Door de certificeringseis voor bestaande gebouwen krijgt het EPA-instrument (bestaande bouw) straks mogelijk een verplicht karakter. Ook de keuring en certificering van apparaten en processen moet onder de loep worden genomen. De precieze gevolgen voor de huidige praktijk worden momenteel onderzocht. Daarna volgt ruggespraak met de betrokken marktpartijen en het definitieve implementatietraject.
|
|