‘DUURZAME PRODUCTONTWIKKELING’ IN WOORD EN BEELD:
Verslag van de programmabijeenkomst gehouden op 4 november 2004
Ruim 80 deelnemers uit zowel bedrijfsleven als overheid hebben op donderdagmiddag 4 november jl. in ’t Spant te Bussum de programmabijeenkomst ‘Duurzame ProductOntwikkeling (DPO)’ bijgewoond. Na de plenaire sessie volgden de deelnemers workshops over onder meer duurzame marketing, ketensamenwerking en rekenmethoden. In het programma was veel tijd ingeruimd om onderlinge contacten te leggen, ideeën uit te wisselen en kennis te delen. Want dat was het doel van deze bijeenkomst waarin diverse programma’s hun krachten gebundeld hebben: meerwaarde en synergie creëren door samen aan duurzame productontwikkeling te werken.
De bijeenkomst is georganiseerd door:
- Economie, Ecologie, Technologie (EET)
- Innovatiesubsidie Samenwerkingstrajecten (IS)
- MeerJarenAfspraken (MJA)
- Met Preventie naar Duurzaam Ondernemen (PreDo)
- Duurzaam inkopen
- Programma Milieu & Technologie: Technologie in de Markt (TeMA)
- Productgerichte MilieuZorg (PMZ)
In samenwerking met: Life en het IOP-IPCR
Naast de plenaire sessie zijn zeven workshops gehouden. U kunt het totale verslag met illustraties (PDF, 400 kb) en de powerpointpresentaties (Zip, 22 mb) downloaden.
- Plenaire sessie
Duurzame productontwikkeling is een vorm van innovatie die naast milieuwinst ook voor economische voordelen zorgt. Een duurzaam product dat niet verkoopt, is niet duurzaam! Meer informatie
- Rekenen met ecopunten, LCA
Er zijn inmiddels verschillende methodieken die milieubelasting meetbaar maken. Bij alle methodieken geldt dat de weging van milieufactoren een lastig punt is. Met de eco-indicatoren en de GER-waarden kunnen (industrieel) ontwerpers relatief eenvoudig de milieubelasting in kaart brengen. Meer informatie
- Productinnovatie zorgt voor efficiency in keten
Bedrijven blijken een uitstekend gevoel te hebben waar energie bespaard kan worden. De Energie InnovatieScan helpt bedrijven het energieverbruik in de keten te bepalen. Vaak is deze manier van denken al voldoende om de goede productontwikkelingsrichtingen te vinden. Meer informatie
- Duurzaam inkopen stimuleert duurzame innovatie
De gezamenlijke overheden hebben een enorme ´inkooppower´ van circa 30 miljard euro per jaar. Hoewel overheden gebonden zijn aan de Europese aanbestedingsrichtlijnen, maken onlangs gepubliceerde richtlijnen het expliciet mogelijk om milieu- en sociale criteria mee te laten wegen. Meer informatie
- Innoveren met productdienstcombinaties (PDC’s)
Producten combineren met diensten is een vorm van innoveren die allerlei voordelen met zich meebrengt. Zoals enerzijds mogelijke reductie in onder andere kosten, materiaal- en energiegebruik en transportbewegingen.Anderzijds een betere aansluiting van het product aan de klantbehoefte, een sterkere klantenbinding, een verbeterde service en een groen imago. Meer informatie
- Nieuwe ketensamenwerking
Drives voor bedrijven om ketensamenwerking aan te gaan en op deze wijze duurzaamheid te bewerkstelligen zijn onder andere: de interne visie en bevlogenheid van de directeur en het management, de kans op verkleining van imagoschade, de druk van NGO’s en overheden, het nemen van eigen verantwoordelijkheid en behalen van concurrentievoordeel. Meer informatie
- Duurzame marketing
De Do’s en Don’ts van duurzame marketing variëren van ‘Werk samen met ngo’s waar en wanneer dat kan’ tot ‘Maak gebruik van cross-selling’. Van ‘Benut de kansen van free publicity en houd dat vol’ tot ‘Stem de prijs goed af op de gepercipieerde toegevoegde waarde van het product’. Meer informatie
- Continuïteit voor productverbetering
ISO-certificering helpt mee om de aandacht voor milieu bij de ontwikkeling van producten te borgen. Dit kan zowel in het milieuzorgsysteem ISO 14001 als in het kwaliteitszorgsysteem ISO 9001 gestalte krijgen. Bedrijven pakken de borging voor productgerichte milieuzorg op verschillende wijzen aan. Meer informatie
Plenaire opening
door Herry Nijhuis, Dagvoorzitter en Clustermanager SenterNovem
Na de deelnemers een hartelijk welkom te hebben geheten, schetste Nijhuis de recente ontwikkelingen op het gebied van Duurzame Productontwikkeling (DPO). Inmiddels werkt SenterNovem aan een zestal DPO-programma’s. Ook al heeft ieder programma zijn specifieke aandachtsgebied, het delen van kennis, het bundelen van krachten en het verbinden van duurzaamheid met innovatie heeft een waardevol synergetisch effect. Het gezamenlijk organiseren van deze bijeenkomst draagt bij aan het creëren van meerwaarde en synergie naar andere belanghebbenden.
Door te leren van van anderen die reeds een aantal methodieken ontwikkeld hebben hoeft men niet opnieuw het wiel uit te vinden. Het gaat er bij DPO om dat de levenscyclus van een product optimaal wordt ingericht. Niet alleen van wieg tot graf, maar bij voorkeur van wieg tot wieg. (restproducten vormen dan zo veel mogelijk de basis voor andere producten). Het gaat hierbij om het beïnvloeden van de gehele productketen. Een goede samenwerking in de keten is daarom van cruciaal belang voor DPO. Duurzame productontwikkeling is een vorm van innovatie die naast milieuwinst ook voor economische voordelen zorgt. Een duurzaam product dat niet verkoopt, is niet duurzaam!
Aandacht voor DPO wordt ook via beleid gevraagd, zowel nationaal als internationaal. Voorbeelden zijn de Integrated Product Policy, de tweede ronde Meerjarenafspraken ten aanzien van energiezuinige producten en de vernieuwing van de ISO-certificering 14001.
Met kleine of grote stappen kunnen bedrijven hun eigen product verbeteren en die afstemmen op hun klanten en toeleveranciers waardoor duurzaamheid in de keten kan ontstaan. DPO helpt het bedrijf zich te ontwikkelen tot een maatschappelijk verantwoorde onderneming. Het product heeft een sleutelpositie tussen ecologische belasting veroorzaakt door productie en de economische winst door de verkoop aan de vragende klant. De uitdaging is om met slimmere producten te zorgen voor economische groei (continuïteit) rekening houdend met de ecologische randvoorwaarden voor toekomstige generaties.
Het programma van deze bijeenkomst biedt een scala aan onderwerpen die bij duurzame productontwikkeling spelen. De dagvoorzitter besluit zijn inleiding dan ook met de deelnemers veel duurzame inspiratie toe te wensen.
Rekenen met eco-punten, LCA
door Mark Goedkoop, Pré Consultants
Deelnemers aan deze workshop begonnen de sessie met een individueel antwoord te geven op de vraag: Welke zes milieuproblemen acht u het belangrijks uit een lijst van 12? De onderwerpen variëerden van geluidsoverlast tot uitputting fossiele brandstoffen, van afval tot broeikaseffect. De resultaten uit de eerste en tweede ronde waren zeer divers en de meningen verdeeld. Zelfs toen de keuzemogelijkheid teruggebracht werd naar drie: schade aan menselijke gezondheid, schade aan biodiversiteit van ecosystemen en schade aan grondstoffen voorraden, bleek het moeilijk om het unaniem eens te worden met een prioriteitstelling. De conclusie werd getrokken dat naar milieu op verschillende manieren gekeken kan worden. Eénzelfde milieubedreiging kan functioneel bekeken worden, maar ook ethisch of fundamenteel. Het begrip milieu is hierdoor lastig te definiëren. Net zo moeilijk is het dan ook om milieubelasting meetbaar te maken. Het gevaar bestaat appels met peren te vergelijken.
Het meetbaar maken van milieubelasting kan alleen door bekend te zijn met de gehanteerde milieudefinitie, of beter het gekozen milieu-aspect, en de (vastgelegde) aannames. Daarnaast is het van belang te weten dat bij de gegevensverzameling systeemgrenzen bepaald worden. Er wordt vaak gewerkt met life cycle analysis (LCA), een model van de levensloop van een gemiddeld product en de interactie tussen ingrepen en het effect op het milieu.
Er zijn inmiddels verschillende methodieken die milieubelasting meetbaar maken, waarvan sommige methodieken wetenschappelijk onderbouwd zijn. Bij alle methodieken geldt dat de weging van milieufactoren een lastig punt van aandacht is. De verschillende methodieken zijn onder andere:
- LCA themabenadering met CML-lijst
- Energie als indicator voor het totale milieu-effect
- Preventiekostenmethode
- Afstand tot beleidsdoel methode
- Voetprintmethode
- Ecologische rugzakmethode
- Eco-indicator 95 methode
- Eco-indicator 99 methode
Met de eco-indicatoren en de GER-waarden kunnen (industrieel) ontwerpers relatief eenvoudig de milieubelasting in kaart brengen. Op de vraag van een deelnemer of er noodzaak is om te komen tot één methodiek werd geantwoord dat de noodzaak wellicht bestaat, maar de complexiteit van het meten van milieubelasting reden zal zijn dat deze ene overkoepelende methode er niet zal komen. De methode die gebruikt wordt, hangt af van de situatie en het product. Consumenten kunnen wel met te introduceren eco-labels, evenals de reeds bestaande Milieukeur en de ‘Grüne Punkt’ in Duitsland, steeds meer duidelijkheid krijgen omtrent de duurzaamheid van een product of dienst.
Productinnovatie zorgt voor efficiency in de keten,
door Peter Wieriks, Ecofys
Energie Innovatie Scan
Bij de ontwikkeling van energiezuinige producten staat de duurzame component ‘energiebesparing’ centraal. Ter ondersteuning van energiezuinige productontwikkeling is EIS ontwikkeld. Dit is een innovatiescan die de focus legt op energiebesparing in de gehele productketen. De scan geeft ketenpartners inzicht in mogelijkheden om energie te besparen. Zonder het tot achter de komma te kwantificeren, blijken bedrijven een uitstekend gevoel te hebben waar energie bespaard kan worden. EIS helpt de ketenpartners dit te inventariseren. Vaak is deze manier van denken al voldoende om goede productontwikkelingsrichtingen te vinden. De brainstormsessies die in EIS een prominente rol innemen, stimuleren deze ketengeöriënteerde manier van denken. Bovendien blijkt energiebesparing vaak gepaard te kunnen gaan met kostenreducties. Energiebesparing biedt dus een KANS op innovatie!
Aan de slag
De deelnemers gingen na de inleidende presentatie zelf aan de slag met elementen die ook in de energie innovatiescan aan bod komen. In groepjes kregen zij de opdracht om het relatieve energieverbruik van diverse 1-persoons zuiveltoetjes in te schatten. De schattingen werden in een grafiek geplaatst die in één oogopslag inzicht verschafte in energieverbruik binnen de productketen. De hoogste waarde is echter niet per definitie het uitgangspunt voor energiebesparende maatregelen. Dit is afhankelijk van onder andere de belangen, de mogelijkheden en de beperkingen van de afzonderlijke ketenpartners.
De inventarisatie van het energieverbruik vormt binnen EIS de basis voor brainstormsessies die erop gericht zijn om op creatieve wijze ideeën te genereren voor positieve energie-effecten. Het strategieënwiel, het volgen van de acht, in complexiteit oplopende, fases kan daarbij een handig hulpmiddel zijn. Andere brainstormtechnieken zijn de associatietechniek door willekeurige plaatjes/beelden te combineren met het product en de probleemoplossende techniek door het telkens stellen van de ‘hoe’-vraag. De beste ideeën die uit de brainstormsessies gekomen zijn, worden nu beoordeeld en doorberekend. Energiewinst en kostenbesparing worden tegenover de investeringskosten geplaatst.
Cruciaal voor het succesvol doorvoeren van energiebesparende productontwikkeling in de keten is het commitment van de ketenpartners. Een tweede oefening maakte dit de deelnemers duidelijk. De groep werd opgesplitst in ketenpartners. Ieder groepje diende het belang voor hun ketenbedrijf aan te geven met betrekking tot verschillende productveranderingen. Het resultaat was een behoorlijk verschil in belangen. De ‘ketenpartners’ werden zich ervan bewust hoe belangrijk onderling vertrouwen, commitment en de bereidheid tot het sluiten van compromissen zijn.
Duurzaam inkopen stimuleert duurzame innovatie
Door SenterNovem samen met DAF Trucks
Innovatie is hot en sexy. Ook op het niveau van de Minister President krijgt innovatie alle aandacht door middel van het instellen van een Innovatieplatform. Allerlei programma’s en stimuleringsregelingen moeten Nederland tot een duurzame innovatieve natie maken. Hoe logisch is het om naast deze regelingen ook het inkooppotentieel van de overheden in te zetten om duurzame innovatie te bereiken. Door producenten te stimuleren om duurzamere producten te leveren, leidt deze vraag naar duurzamere producten tot lagere prijzen. Hierdoor komen duurzamere producten binnen het financiële bereik van de burgers. Kortom de overheid als launching customer. Dit vraagt om een andere ‘mind-set’ van de betrokken ambtenaren en daar kan direct een begin mee gemaakt worden.
Duurzaam inkopen
Het programma Duurzaam inkopen stimuleert overheden om duurzaam in te kopen. Dat wil zeggen: het meenemen van milieucriteria en sociale aspecten bij het inkopen. De gezamenlijke overheden hebben een enorme ´inkooppower´ (het CBS gaat uit van 30 miljard euro per jaar). Via deze geldstroom wordt invloed uitgeoefend op de markt, door het afnemen van duurzame producten en door het stimuleren van milieuvriendelijke innovaties en milieuvriendelijkere productieprocessen.
Overheden zijn gebonden aan de Europese aanbestedingsrichtlijnen, waardoor ze niet alles mogen eisen wat ze willen. Onlangs zijn nieuwe richtlijnen gepubliceerd. Deze maken het expliciet mogelijk om milieu- en sociale criteria mee te nemen. Er is echter bij veel overheden onduidelijkheid over wat wel en wat niet mag. Dit mag echter geen excuus zijn om géén duurzaamheidseisen te stellen. De grenzen van de richtlijnen zullen in praktijk verkend moeten worden door overheden ‘met lef’.
Case DAF Trucks
Thorvald Löbel van DAF Trucks presenteerde hun werkwijze op het gebied van duurzaam inkopen. (Zie verder ook www.senternovem.nl/pmz voor een projectsamenvatting en het eindrapport.)
Discussie
Tijdens de workshop kwam een levendige discussie op gang over de drijfveren om duurzaam te gaan inkopen en de relatie tussen overheden en bedrijven in dit proces.
- Bij DAF komt het milieugericht inkopen voort uit hun ISO14001 certificering. Bij Hema komt de druk niet zozeer vanuit de klant maar vanuit de visie van het bedrijf zelf. Alle toeleveranciers moeten aan ISO14001 voldoen. Hema ervaart geen druk vanuit de overheid. Mocht de overheid milieueisen stellen bij een levering, dan zal dat zeer waarschijnlijk de moeite lonen om daaraan te voldoen.
- In Nederland is er niet zo´n ´blame and shame´ cultuur zoals bijvoorbeeld in Groot Brittannië. Dit zou bedrijven en overheden eerder kunnen aansporen tot Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen.
Een zorg die geuit wordt, is dat kleine MKB-bedrijven steeds vaker door klanten voorgeschreven krijgen op welke wijze zij moeten aanleveren. Dit kan indruisen tegen het eigen gedachtegoed met betrekking tot ondernemen en innoveren.
- De vraag wordt gesteld of de overheid zelf genoeg lef heeft om stappen te zetten richting duurzaam ondernemen en duurzaam inkopen. En zo ja, hoe is dan de monitoring ingericht? Reacties van de aanwezigen uit de gelederen van de overheid bevestigen dat dit proces gaande is. Zo is er in het kader van het Actieprogramma voor Duurzame Ontwikkeling (ADO) binnenkort een rapportage aan de Tweede Kamer waarin beschreven wordt welke acties overheden hebben ondernomen.
- Verder constateren de deelnemers dat (inkoop)beslissingen bij de overheid niet altijd doorzichtig zijn. Dit maakt het voor een leverancier lastig om te communiceren. Bovendien wordt geconstateerd dat overheden en bedrijven regelmatig in verschillende talen spreken.
Innoveren met Productdienstcombinaties (PDC)
Door SenterNovem samen met Goterra
Belangrijke reden voor innovatie is om omzet te maken en de concurrentiepositie te verbeteren, bij voorkeur zonder belasting van het milieu. Producten combineren met diensten is een vorm van innoveren dat hieraan tegemoet komt. Deze werkwijze brengt tevens allerlei andere voordelen met zich mee. Zoals een betere aansluiting van het product aan de klantbehoefte, een sterkere klantenbinding, een verbeterde service en een groen imago.
Wat zijn PDC’s?
PDC’s zijn combinaties/integraties van tastbare producten en (niet tastbare) diensten, die gezamenlijk ontworpen zijn om beter in te springen op de behoeften van de klant.PDC’s bieden goede, soms onvoorziene, mogelijkheden tot reductie in onder andere kosten, materiaal- en energiegebruik en in transportbewegingen.
- PDC’s zijn interessant voor bedrijven die te maken hebben met:
- Een verzadigde markt (het product is een commodity geworden)
- Een sterk prijsconcurrerende markt
- Klanten die behalve een product/dienst nadrukkelijk behoefte hebben aan ondersteunende diensten of producten
- Klanten die meer interesse hebben in lease- en gebruiksovereenkomsten en huur dan in koop
- Weinig klantcontacten
- Te hoge vaste kosten voor energie, grondstoffen, transport
Tijdens de workshop kwam een aantal voorbeelden van PDC’s aan bod:
- Ahrend heeft als PDC ingericht het leasen van kantoormeubelen zodat bedrijven kunnen krimpen en groeien, geen opslag nodig hebben en van meubilair kunnen wisselen.
- Gastspreker Roel van der Palen van Goterra gaf uitleg over zijn bedrijf dat als PDC oplossingen (hardware, software en organisatie) biedt voor alle ondersteunende activiteiten van bedrijven die niet tot de core-business van het bedrijf behoren. Zij leveren de mogelijkheid om te werken. Van ICT oplossingen tot administratie en werkopleidingen.
- Een PDC van Océ is niet de verkoop van een kopieerapparaat, maar de verkoop van de dienst ‘kopiëren’. Bij afschrijving worden oude apparaten ontmanteld en onderdelen hergebruikt.
Een aantal deelnemers van de workshops gaf aan zelf mogelijkheden voor PDC’s te onderzoeken. Zo onderzoekt Daf-Trucks of reparatie- en onderhoudscontracten samen met vrachtauto’s tot PDC kunnen worden ontwikkeld en vermarkt. Krohne (leverancier van industriële flowmeters) inventariseert of zij hun positionering kunnen veranderen in leverancier van meetgegevens.
Ketensamenwerking
Door K. Zimmerman, Lei samen met TUI, NRK en Hema (eerste ronde) en Laurus, Sara Lee / DE, Sodexho (tweede ronde)
Aanpak voor duurzaamheid
Een goed idee voor verbetering van de duurzaamheid is ketensamenwerking. Ketensamenwerking moet echter wel efficiënt plaatsvinden en de belangen van ketenpartners kunnen groot en soms ogenschijnlijk tegengesteld zijn. Welke aanpak voor ketensamenwerking werkt? Dat is de hamvraag voor de discussie tijdens de twee rondes van deze workshop. Twee panels zijn gevormd die de discussie aanzwengelden met statements, voorbeelden en visies vanuit de eigen organisaties.
Paneldiscussie
Beide workshops focusten sterk op het onderwerp drives voor bedrijven om ketensamenwerking aan te gaan en op deze wijze duurzaamheid te bewerkstelligen. Genoemde drives waren onder andere de interne visie en bevlogenheid van de directeur en het management, de kans op verkleining van imagoschade, de druk van NGO’s en overheden, de eigen verantwoordelijkheid willen nemen, een economische drive. De aanleiding om aan verduurzaming te gaan werken, was zeer divers. Het nemen van de eigen verantwoordelijkheid bleek echter de grootste gemene deler.
Enkele bedrijven bleken bereid een bestaande samenwerking te beëindigen, indien de ketenpartner zijn verantwoordelijkheid inzake verduurzaming niet voldoende zou oppakken. Anderen gingen uit concurrentiemotieven of wegens het ontbreken van een alternatief niet zover. Elk bedrijf probeerde in eerste instantie verduurzaming te bereiken door samenwerking met bestaande relaties. De huidige prijzenslag in de retailsector beperkt (en frustreert) de mogelijkheden momenteel aanzienlijk om een verduurzamingstraject in gang te zetten. Voor de reissector geldt dit door de economische crisis eveneens. De kunststofindustrie is vaak, hoewel niet als initiator, betrokken bij ketenprojecten rond het onderwerp verpakkingen. Het verpakkingsconvenant vormt hierbij een belangrijke drive. HEMA en Sodexho gaven aan vast te houden aan het verduurzamingstraject dat in gang is gezet. Sodexho ontleent op dit moment veel drive aan de gezondheidsthema’s die vooral bij jongere klanten spelen. HEMA etaleert haar ambities nadrukkelijk op haar site. Sara Lee/DE is hierin beduidend meer terughoudend, maar kent belangrijke verduurzamingstrajecten rond de koffie-productie in onder meer Vietnam.
De deelnemers aan de workshop werden geïnspireerd door de concrete voorbeelden en de interessante discussies. Er zijn contacten gelegd tussen bedrijven die mogelijk kunnen leiden tot nieuwe ketensamenwerking en daarmee tot verduurzaming.
Duurzame Marketing
door Jan Hoijtink, Hoijtink Marketing/communicatieadvies
Tijdens de workshop zijn aan de hand van discussie een aantal vragen over duurzame marketing besproken. Hieronder volgen enkele impressies.
- Wat is duurzaam?
Duurzaam is een voortschrijdend begrip. Een scharrelei, bijvoorbeeld, was 20 jaar geleden duurzaam. Nu is het standaard.
- Moet je communiceren over duurzaamheid of zijn er andere marketingargumenten?
Biologische etenswaren hebben nog altijd een negatief imago. Warenhuizen en voedingsconcerns kiezen er voor om geen gebruik te maken van duurzaamheid in hun marketing. Een voorbeeld is Hema die op het wijnetiket niet vermeldt dat de wijn biologisch geteeld is. De helft van hun aanbod is reeds biologisch.
- Met wie communiceren over duurzaamheid?
Beleggers en industriële afnemers stellen steeds vaker eisen op het gebied van duurzaamheid. Philips stelt sinds kort bij haar inkoop de eis dat de producten duurzaam zijn vervaardigd.
- Een nieuwe trend is gesignaleerd: in plaats van het vermarkten van duurzame producten stoppen bedrijven meer aandacht in een duurzame reputatie.
(De do’s en dont’s staan op www.marktkansenvoorduurzameproducten.nl onder ‘marketing’. Wie zich heel uitgebreid wil verdiepen in het onderwerp kan via de site het boek ‘Van geitenwollen sokken naar designjeans: Over duurzaamheid en marketing’ bestellen. )
Do’s en don’ts van Duurzame Marketing (NIDO 2004)
- Probeer duidelijk te maken waarom het product niet alleen beter is voor de wereld, maar juist ook waarom het beter is voor die ene consument.
- Wees niet alleen idealistisch, maar stel je op als ondernemer. Benut de kansen van free publicity en houd dat vol.
- Stem de prijs goed af op de gepercipieerde toegevoegde waarde van het merk of product. Pas op dat duurzaamheid niet je enige toegevoegde waarde is.
- Gebruik je klant als ambassadeur.
- Maak gebruik van de goodwill voor het onderwerp bij de verschillende stakeholders.
- Schroom niet om opportunistisch te zijn, bijvoorbeeld in de business-to-business markt.
- Denk bijvoorbeeld aan het bewerken van inkopers om te kiezen voor een duurzaam koffiemerk in een bedrijf dat zich profileert met MVO. Durf met de distributie ook buiten de geijkte paden te treden. Als je wilt groeien terwijl de markt een beperkte omvang heeft, moet je niet te veel blijven steken in de niche.
- Maak gebruik van cross-selling.
- Werk samen met ngo’s waar en wanneer dat kan.
- Overleg met retailers over hun assortimentbeleid.
Continuïteit voor productverbetering
door Frans Stuyt, SCCM samen met Quest, SCA Hygiëne Products en Bedrijfs Milieu Dienst in Deventer (ronde 1) en Hyva, Intervet , RHP (ronde 2)
Borging van Productgerichte MilieuZorg (PMZ) in ISO 14001 en/of ISO 9001
ISO-certificering helpt mee om de aandacht voor milieu bij de ontwikkeling van producten te borgen. Dit kan zowel in het milieuzorgsysteem ISO 14001 als in het kwaliteitszorgsysteem ISO 9001 gestalte krijgen. De keuze voor één van deze twee ISO-systemen hangt af van het antwoord op de vraag welke specifieke PMZ-punten geborgd moeten worden. De overwegingen die een rol spelen bij het maken van een keuze tussen beide systemen zijn de hoeveelheid producten, de snelheid van de veranderingen, de positie in de keten, de organisatie van het productenbeleid en de integratie van managementsystemen.
Verschillende bedrijven hebben de borging van PMZ anders aangepakt. Zo heeft Quest International het PMZ-project mee laten liften op een groot afvalproject. De borging van PMZ was mogelijk binnen ISO 9001. SCA Hygiène Products heeft PMZ verankerd in ISO 14001, daar zij dit het meest geëigende zorgsysteem hiervoor vinden. Hyva Verpakkingen is van mening dat de visie van het bedrijf toonaangevend is. Borging komt dan vanzelf wel. Bij Intervet International zijn de stappen voor PMZ reeds vastgelegd in verband met wet- en regelgeving. Borging is daarmee vanzelfsprekend. De Stichting RHP koppelt de borging van PMZ aan het kwaliteitskeurmerk voor potgrond.
Discussie
In de discussie die volgde op de presentatie, kwamen de volgende issues aan de orde:
- Het borgen van PMZ kan zowel in een kwaliteitszorgsyteem (ISO 9001) als in een milieuzorgsysteem (ISO 14001).
- De trend is om alles in één zorgsysteem te vatten.
- Bij audit moet men rekening houden met het feit dat milieu/energie niet automatisch meegenomen wordt.
- Interpratie van voorschriften van ISO 9001 en 14001 zijn variabel waardoor er internationaal gezien grote verschillen zijn in de zorgsystemen bij bedrijven.