stap 1. Schematiseren
Verwarmde zones
De eerste stap voor het maken van een energieprestatieberekening is het indelen van een woning of woongebouw in één of meerdere verwarmde zones.
De verwarmde zone(s) liggen binnen de thermische schil (EPC-begrenzing). Binnen de thermische schil liggen tenminste alle verblijfsruimten (keuken, woonkamer, slaapkamer etc.), toilet- en badruimten. Een bijkeuken of berging kan binnen de thermische schil gelegen zijn.
Wanneer een bijkeuken of berging buiten de thermische schil liggen, kan het beschouwd worden als aangrenzend onverwarmde ruimte (AOR). Een serre (AOS) kan beschouwd worden alseen bijzondere vorm van een aangrenzend onverwarmde ruimte. Voordeel van een serre is dat via zoninstraling door de transparante schil gebruik gemaakt kan worden van voorverwarming van de ventilatielucht. Opgemerkt wordt dat wanneer uitgegaan wordt van de forfaitaire methode voor de berekening van het transmissieverlies voor de lineaire koudebruggen een AOR en AOS als buiten beschouwd worden. Voor het schematiseren kunnen deze ruimten dan ook buiten beschouwing worden gelaten.
Een garage is een sterk geventileerde ruimte en ligt altijd buiten de thermische schil.
Binnen de thermische schil is altijd tenminste één verwarmde zone aanwezig. Het opdelen in meerdere verwarmde zones is toegestaan, aanbevolen wordt het aantal zones tot een minimum te beperken. In een aantal gevallen moet een woning of woongebouw worden opgedeeld in meerdere verwarmde zones;
- bij een groot verschil in glasoppervlakte per bouwlaag; wanneer de verhouding tussen het raamoppervlakte en gebruiksoppervlakte van de ene bouwlaag groter is dan 0.35 x Ag en van de er aan grenzende bouwlaag kleiner of gelijk is aan 0.35 x Ag of andersom.
- wanneer per bouwlaag een ander verwarmings- of ventilatiesysteem wordt toegepast; natuurlijke ventilatie op de begane grond en gebalanceerde ventilatie op de verdieping.
Kijk hier voor uitgebreide informatie over het schematiseren van een woning.
Deze woning kan als één verwarmde zone gemodelleerd worden. Zowel op de begane grond als op de verdieping is het glasoppervlak kleiner of gelijk aan 0.35 x Ag en wordt voor verwarming en ventilatie uitgegaan van hetzelfde systeem. Omdat de garage een sterk geventileerde ruimte is en als buiten beschouwd wordt, dient tussen de bijkeuken en de garage een thermische scheiding aangebracht te worden. In onderstaand figuur is de thermische schil met rood aangegeven.
Gebruiksoppervlakte
Binnen de verwarmde zone ligt het gebruiksoppervlakte van de woning. Het gebruiksoppervlakte is een referentiemaat in de EPC-berekening. Voor veel forfaitair bepaalde waarden, zoals bijvoorbeeld verlichting, wordt uitgegaan van een vast energiegebruik per m² gebruiksoppervlakte.
De gebruiksoppervlakte is de oppervlakte gemeten op vloerniveau, tussen de opgaande scheidingsconstructies, die de verwarmde zone(s) omhullen. De volgende oppervlakten behoren niet tot de gebruiksoppervlakte:
- oppervlakte van vloerdelen met een netto hoogte < 1.5 m
- trapgat, liftschacht, vide met oppervlakte > 4.0 m²
- dragende binnenwanden
- vrijstaande bouwconstructie > 0.5 m² , met uitzondering van trappen
- leidingschachten met een horizontale doorsnede > 0.5 m²
- nissen, uitsparingen of incidenteel uitspringende delen met oppervlakte > 0.5 m²
Bij deze woning moet rekening worden gehouden met het schuine dak. Het oppervlakte met een netto hoogte < 1.5 m behoort niet tot het gebruiksoppervlakte. Het gebruiksoppervlakte van de woning is 223 m².
Stap 2: Vaststellen bouwkundige uitgangspunten