De gemeente Ede ontwikkelt ten noorden van de huidige bebouwing de nieuwbouwlocatie Kernhem. Gepland zijn 3500 woningen en circa 30.000 m2 voorzieningen, waaronder onderwijsgebouwen, een sporthal, een multifunctioneel centrum en winkels). De warmte voor Kernhem wordt geleverd door een al bestaande industriële installatie op vijf à zes kilometer afstand van Kernhem: de WKC Ede v.o.f. (WKC = warmtekrachtcentrale). Deze installatie is eigendom van een joint venture van Acordis en NUON. De installatie levert stoom aan het bedrijf ENKA.
Toen bekend werd dat Kernhem gebouwd zou worden, ontstond bij NUON het idee om de rookgassen van de WKC, die toen nog op 140 graden door de schoorsteen verdwenen, met een rookgaskoeler verder af te koelen. Hierdoor is laagwaardige warmte te maken die voor het industriële proces niet meer geschikt is, maar wel nog gebruikt kan worden voor warmtelevering aan een woonwijk, zonder dat in de WKC extra brandstof nodig is. De stoom- en elektriciteitsproductie van de installatie blijven nagenoeg hetzelfde. De laagwaardige warmte is dus een ´energetisch gratis´ product. 1
|
Zonnepaneel
|
Met de warmte uit de rookgassen kan 75% van de warmtebehoefte van Kernhem worden gedekt. De overige 25% wordt in de WKC geproduceerd. Hier is wel fossiele brandstof voor nodig. Vanwege de lage temperatuur waarmee de warmte aan de woningen wordt geleverd, zijn de warmteverliezen laag. De warmtelevering aan Kernhem is inmiddels in een contract tussen gemeente en NUON vastgelegd. Gevoegd bij de 1,6 m2 PV-panelen per woning, die ongeveer 5% van de elektriciteitsbehoefte per woning dekken, komt de totale EPL-score 2003 van Kernhem uit op 6.9. Met de bouw van de eerste 600 woningen is inmiddels gestart.
1 Bij een wk-installatie is het altijd een discussiepunt hoeveel brandstof aan de warmte moet worden toegerekend en hoeveel aan de elektriciteit. Bij de EPL-rekensystematiek is ervoor gekozen om uit te gaan van een vast brandstofverbruik voor de elektriciteit. Alle brandstof die een wk-installatie méér verbruikt dan dit referentieniveau, wordt toegerekend aan de warmte uit de wk-installatie. Als referentieniveau voor elektriciteit geldt het brandstofgebruik van een gas-gestookte elektriciteitscentrale met een rendement van 54% die evenveel elektriciteit produceert als de wk-installatie. Neem bijvoorbeeld een wk-gasmotor met een elektrisch rendement van 36% en een thermisch rendement van 51%. Als in deze wk-gasmotor 1 GJ aardgas wordt gestopt komt er (36% van 1 GJ=) 0,36 GJ elektriciteit en (51% van 1 GJ=) 0,51 GJ warmte uit. Om óók 0,36 GJ elektriciteit te produceren, heeft de elektriciteitscentrale met 54% elektrisch rendement maar (0,36/54% =) 0,67 GJ aardgas nodig. Dit is dus 0,33 GJ aardgas minder dan de wk-installatie. Aan de 0,51 GJ warmte die de wk-installatie heeft geproduceerd, wordt dus 0,33 GJ aardgas toegerekend.